teksten / liederen voor Stille Zaterdag

Na Goede Vrijdag blijven we verweesd achter. Jezus, onze richtingwijzer, is gestorven aan het kruis. Twijfel slaat toe bij de apostelen. Was Hij wel de Messias? Of hebben ze zich heel erg vergist? Wij weten dat het Pasen wordt, maar we kennen ook de diepe waarheid van de leegte, van de twijfel die toeslaat als lijden, verdriet en verlies ons overvalt. Stille zaterdag is een dag om de realiteit onder ogen te zien, maar het is ook een dag van verlangen, verlangen dat het toch nog weer anders wordt. God kan en zal ons toch niet overlaten aan de wanhoop, aan de dood?

Hieronder vindt u teksten om deze dag intens te beleven. Tijdens mijn jaren in een kloostergemeenschap werden op deze dag tijdens alle getijden teksten uit het Hooglied gezongen en gebeden, teksten van verlangen, van dromen over de beminde die zal komen, die soms bijna aan te raken is, die verdwijnt en die weer nabij komt.

 Stilte als vruchtbare bodem? 

De wereld draait nog steeds door,  
maar toch is alles anders. 

Eerst stonden we daar met palmtakken te juichen,
nu staan we hier met lege handen,
nu houdt de wereld haar adem in 
en trekt verdriet, sprakeloosheid en leegte
een mantel om ons heen. 

Misschien is het af en toe wel nodig:
om stil te staan,
om toe te geven:
dat ‘er geen woorden voor zijn’, 
dat ook wij ons ‘on-machtig’ voelen. 

En als we de stilte, 
in ons stille aanwezig en waakzaam zijn, 
écht stilte laten zijn,
kan het misschien gebeuren 
dat die stilte als een vruchtbare bodem wordt
waaruit nieuwe hoop, een nieuw begin kan bloeien. 

Dan loert de hoop al stilletjes om de hoek, 
ook al is ze nog niet volledig te (be)grijpen… 

Elien Rogiers 

Op stille zaterdag wordt het leven gekenmerkt door het ´niet meer´ en het ´nog niet´. Op Goede Vrijdag hebben we Jezus zien sterven aan het kruis. Zijn vrienden en zijn moeder legden Hem in een graf. En toen werd het stil. Deze zaterdag voelen we de zwaarte van het verdriet. Hij die ons leven gevuld had met liefde, met troost, met hoop laat ons achter alleen met het verdriet om zijn lijden en sterven. We voelen ons machteloos, ontredderd, leeg.

Zeker in deze dagen waarin het coronavirus grote delen van ons leven heeft doen stilvallen kennen we deze leegte. Een grote onrust maakt zich van ons meester, angst over wat komen gaat, er is veel verdriet bij hen die een groot verlies hebben geleden en bij hen die met hen meeleven. Er ontstaan ook letterlijk leegtes omdat we niet meer naar de sportclub kunnen, omdat de toneelvoorstelling niet doorgaat en omdat we niet meer ontspannen kunnen winkelen samen met anderen. Die leegte zet ons aan het denken over hoe we deze tijd willen invullen.

Al deze emoties komen samen op Stille Zaterdag en tegelijkertijd voelen we een groot verlangen naar God. Hij is het die van ons houdt, Hij zal ons niet overlaten aan machteloosheid en verdriet. Hij laat ons niet alleen in angst en leegte. Zijn aanwezigheid voelen we nog in zijn diepgevoelde afwezigheid. De stilte spreekt van Hem. Alles in ons hunkert naar leven door de dood heen.

De teksten van het boek Hooglied vertellen over dat grote verlangen van het volk (de bruid) naar God (de bruidegom).

Hooglied (Chagall)

Hoor, daar is mijn lief!
Kijk, daar komt hij aan:
springend komt hij over de bergen,
over de heuvels komt hij aangesneld.
Mijn lief is als een gazelle,
hij lijkt wel het jong van een hert.
Daar staat hij achter de muur van ons huis.
Hij kijkt door het venster
en tuurt door de tralies naar binnen.
Nu roept mijn lief en zegt tegen mij:

`Sta op, mijn vriendin, kom toch, mijn mooiste.
Kijk maar de winter is voorbij,
de regentijd is afgelopen.

Op het veld staan weer bloemen,
de tijd om te zingen breekt aan,
de roep van de tortelduif klinkt over het land.
De vijgenboom draagt zijn eerste vruchten al,
en wat ruikt de bloeiende wijnstok heerlijk!
Sta op, mijn vriendin, kom toch, mijn mooiste!
Mijn duif, verscholen in de spleten van de rots,
in de holten van de bergwand,
laat mij je gezicht zien,
laat mij je stem horen,
want je stem is mooi,
je gezicht lieftallig.´
             Hooglied 2, 8-14

In een mooi artikel van een Belgische theologe las ik dat Stille Zaterdag past bij de beleving van mensen met dementie. Ze verliezen hun herinneringen, ze verliezen hun identiteit, ze kennen steeds minder de mensen om hun heen. Eerst herkennen ze vrienden en bekenden niet meer, later hebben ze ook moeite om hun kleinkinderen te kennen en zelfs hun eigen kinderen nog te zien als hun kind. Er ontstaat een grote leegte. Wat er was is er niet meer en wat er komt, dat weet niemand. Steeds meer zijn ze teruggeworpen op het hier en nu. En toch, zijn er soms lichtpuntjes. Geestelijk verzorgers zetten in op het oproepen van de identiteit, het herinneren aan de waarden die ze in het leven belangrijk vonden. Samen de oude gebeden bidden als het Onze Vader en de Rozenkrans, even naar de kapel gaan om een kaarsje aan te steken, of het laten horen van muziek die iemand altijd prachtig heeft gevonden. Dan komt soms even de persoon zoals hij werkelijk is naar boven. Dan stralen voor even iemands ogen. Een paasmoment!

´s Nachts op mijn bed zoek ik mijn zielsbeminde,
maar hoe ik ook zoek, ik vind hem niet.
Ik sta op, doorkruis de stad,
zoek op pleinen en in straten naar mijn zielsbeminde,
maar hoe ik ook zoek, ik vind hem niet.
Ik kom de wachters tegen die de stad doorkruisen:
“Hebben jullie mijn zielsbeminde gezien?”
          Hooglied 3, 1-3

Dit Taizélied zingt van het verlangen. Als u klikt op de link hoort u het.

Wij allemaal kennen momenten waarop we God kwijt zijn. We bidden, maar voelen ons niet gehoord. We lezen de Bijbel, maar de woorden gaan langs ons heen. We zoeken, maar het blijft stil. We ervaren de afwezigheid van God. En vaak gebeurt dat juist als we Hem heel hard nodig hebben, als we het gevoel hebben dat we het alleen niet redden. Het is stille zaterdag in ons leven. Jezus is in een graf gelegd. Als zaad in de grond, rust Hij in het donker. Maar zoals zaad ontspruit, boven de grond komt en uitgroeit tot een plant die vrucht draagt, zo is het ook met ons geloof. Soms gaan we een tijd lang door het donker, door de leegte van Gods afwezigheid, maar ook dan mogen we erop vertrouwen dat het duister niet het laatste woord heeft. Ons verlangen vanuit de diepte is een weg naar God die leven geeft.

Huub Oosterhuis verwoordt het mooi in zijn Het lied van de geliefde (GvL 476)

In diepe nacht ben ik gegaan.
Ik zocht in alle straten
Mijn vriend is van mij heengegaan,
mijn god heeft mij verlaten.

Ik zocht hem en ik vond hem niet.
Och wachters op uw ronde,
o aarde, hebt gij uw god gezien?
Toen heeft hij mij gevonden.

Ik bracht hem in mijn moeders huis
en waar ik ben geboren.
Ik zal mijn naam vernemen daar,
ik ga in hem verloren.

Liefde is droever dan de dood
o lichaam goedertieren,
geen taal verstaat haar wonder groot,
verblindend zijn uw vuren.

Wek niet de liefde voor haar tijd
die dorst zal u verteren.
Geen water blust de liefde uit,
haar roep is niet te keren.

Liefde is het wat ons op de been houdt in het donker van de nacht. Liefde van de mensen om ons heen en liefde van God naar wie we verlangen, die liefde draagt ons op de momenten van leegte en duisternis.

Steek op, noordenwind, kom zuidenwind,
en blaas over mijn tuin, zodat de geuren zich verspreiden!
Laat mijn lief in zijn tuin komen
en er genieten van de kostelijke vruchten!

Ik ben er al in mijn tuin, mijn zuster, mijn bruid,
ik vergaar er mijn mirre en balsem,
ik eet er mijn honingraat, ik drink er mijn wijn en mijn melk.

Eet en drink, vrienden, en word dronken van de liefde!
        Hooglied 4,16 – 5,1

In de nacht van zaterdag op zondag vinden we onze geliefde, zijn we getuige dat God zijn Zoon niet overlaat aan de dood en duisternis, maar Hem doet opstaan tot nieuw leven. In de nacht komt het licht voorzichtig tevoorschijn als een vlammetje dat zich verspreidt, als een gerucht dat zachtjes wordt gefluisterd: Christus is verrezen! Hij leeft! Het gefluister wordt gejubel als het op Paasmorgen in al haar volheid tot ons doordringt.

pastor Lysbeth Minnema