maria van magdala (gedicht)

heel vroeg, het was nog nacht is zij naar ‘t graf
gegaan om weer bij hem te zijn haar lief
zij zag de zware steen, doch weggehaald
en schrok ‘waar heeft men hem naar toegebrach?’

betraand trof zij in ‘t donker iemand aan
en hovenier dacht zij, ‘wie zoek je hier?’
‘mijn hart en lief, van wie ik zielsveel hou’
toen noemde hij heel zacht die nacht haar naam

en zij herkende hem, de zon kwam op
en in het nieuwe licht liet zij hem los
haar liefde schonk hem ruimte hemelwijd
geen graf waar ‘t leven in wordt weggestopt

ook zij dreef weg op vleugels van de wind
het water over dat van vuur nog zingt

peter vermaat